informatie

Wat als………..?

Davinci Gliders testweken

Wat als…..?

Als ik iets hoor over een paragliding-ongeval, wil ik proberen te begrijpen wat er is misgegaan. Deels is dit gebaseerd op mijn onhebbelijke gewoonte om alles te willen weten (sommigen noemen het nieuwsgierigheid waar ik het niet altijd mee eens ben) maar in grotere mate om een soortgelijk incident te voorkomen. 

Elk ongeval heeft een menselijke factor en het is verleidelijk om te denken dat je jezelf kunt beschermen tegen de fouten die anderen gemaakt hebben door deze ongevallen te bestuderen. Ik heb in mijn leven regelmatig situaties van dichtbij meegemaakt waarvan ik dacht dat ik er geen enkele invloed op had. Maar achteraf was dat veelal onjuist.

Ongevallen voorkomen

Mijn conclusie ten aanzien van bepaalde onderliggende oorzaken van de meeste ongevallen – menselijke fouten en turbulentie – is dat deze op een fundamenteel niveau willekeurig en onvermijdelijk zijn.

Simpel gezegd: 

*mensen maken soms fouten.

*een vlieggebied zonder turbulentie is zelden aan de orde.

Maar als deze risico’s niet geëlimineerd kunnen worden, hoe beperken we ze dan tot een aanvaardbaar niveau? 

Hoe kunnen we rechtvaardigen dat we deelnemen aan een sport waarvan we weten dat er op een dag iets mis kan gaan? 

Het juiste antwoord hierop heb ik niet. Mijn methode is dat ik altijd vlieg met een back-up plan.

Is paragliding veilig? Zonder meer, maar niet volledig zonder enig risico.  

“Wat als…?” Dit is mijn methode die ik heb bedacht om een doodlopend scenario te voorkomen.

Hieronder enkele voorbeelden:

1: De start

Je staat op een lastige startplek, de wind is nul of cross. Normaal gesproken heb je de mogelijkheid om de start af te breken maar wat als je glider niet goed vult.

Deze startplaats heeft daar met deze omstandigheden de ruimte niet voor; het is vliegen of vallen. Ik start dan simpelweg niet en wacht op een dag waarop de wind gunstiger staat.

Een start met harde wind kan eenzelfde probleem veroorzaken. Wat als je je glider met een manco opzet, kun je dan nog veilig afbreken of hang je dan al meters boven de start? Ik heb geen enkele garantie dat mijn starttechniek of ervaring onfeilbaar is, zo’n situatie laat ik dan dus aan me voorbij gaan.

Heb je wel een ruime startplek? Kies je afbreek punt: wat als ik nog niet los ben vóór dat punt? Kies het bewust en houd je er ook aan!

2: schrapen

We vliegen allemaal met een reserve parachute voor het geval we in een hagelijke situatie terecht komen. Maar een reserve deployment vereist wel enige hoogte. Ga niet thermieken vlak boven een heuvel als de hoogte onder je te weinig is om je reserve in te zetten. Bedenk dat er na een probleem ook nog een handelings- én bedenktijd zijn alvorens je de reserve uit zijn pocket hebt getrokken.

Als je in thermiek komt boven een helling, moet je beslissen wanneer het veilig is om beginnen te draaien. Wat als je midden in je draaiing uit de thermiek zou vliegen? Is er dan nog voldoende afstand tot de helling? Nee? Dan ben je te laag om te draaien.

In lichte zachte thermiek of helling wind is het misschien acceptabel om laag te schrapen. Maar wat als een windvlaag of stuurfout ervoor zorgen dat je de grond raakt. Zorg dat je niet in je harnas zit maar wees in zo’n situatie al voorbereid op een landing. Schraap nooit boven een steile helling of boven boomtoppen.

3: Vliegen over terrein waar je niet kunt landen

Soms vlieg je boven terrein wat absoluut ongeschikt is om te landen, zelfs aan een reserve. Wat als je een massieve inklapper krijgt?  Wat als je een frontstal krijgt? Hou hierboven een minimale hoogte aan van 100 meter zodat een inklapper of een stall je niet meteen in een onheroepelijk probleem brengt. Dit is echt een minimale voorzorgsmaatregel.

Overweeg om boven zo’n oppervlakte zoveel mogelijk bodemvrijheid aan te houden.

4: Over de top gezet worden

Je vliegt in de harde wind boven een helling. Wat als de wind sterker wordt? Kom je met je glider nog tegen de wind in? Kun je de kam voorblijven om de rotor te vermijden? Zit je hoog genoeg om om te draaien en via de achterkant weg te vliegen, of kom je dan in de rotor? Laat deze back-up optie nooit wegglippen. Dichter bij de top kan het snel harder gaan waaien.

5: Landen in turbulentie

Het is verbazend om te zien hoeveel piloten in hun harnas blijven zitten tot vlak voor de touch-down. Ik ben me altijd bewust van de verschillende fases tijdens het aanvliegen van de landing. 

Boven de honderd meter vlieg ik met extra concentratie en reageer direct op kleine verstoringen door turbulentie en houd m’n koers vast. Onder de honderd meter denk ik even bewust aan m’n reserve, in m’n gedachten werp ik ‘m al. Je reactietijd is vlak boven de grond van nog groter belang. 

Op zo’n 50 meter kom ik uit mijn harnas, zet wat druk op de buikband en maak me klaar voor de landing. Mocht ik in de laatste fase ineens doorzakken dan kan ik dit eenvoudig opvangen.

6: Vliegen in druk verkeer

Wat als de andere piloot de voorrangsregels niet kent? Wat als de andere glider waar je vlak langs vliegt een inklapper krijgt en naar je toe draait? Wat als je ineens zakken krijgt terwijl je over een ander piloot heenvliegt? Heb je genoeg ruimte om in zo’n situatie het probleem op te kunnen lossen?

Met meerdere piloten in een thermiekbel: zoek oogcontact en draai tegenover elkaar. Is de andere piloot sneller, ga dan wat kleiner draaien.

Is de andere piloot langzamer? Draai dan wat ruimer. Schroom niet om ruimte te maken en wat lager weer in te voegen weg van het verhoogde risico.

Dit zijn een paar scenario’s om over na te denken. Vertrouwen op de kansen alleen is niet goed genoeg tijdens paragliden, omdat de gevolgen van de verliezen hoog kunnen zijn. Altijd een back-up optie hebben vergroot de kans om op de lange termijn ongeval vrij te blijven.

Minder, korter en tóch langer vliegen.

De “wat als” strategie zorgt er in een enkel geval voor dat ik niet start of vroegtijdig weer aan de grond sta. 

Hierdoor vlieg ik soms minder of korter dan dat mogelijk was. Maar hierdoor vlieg ik ook veiliger. 

Dit zorgt er dan weer voor dat ik een grotere kans heb om langer te vliegen gezien vanuit het perspectief van levensjaren. 

Verder en hoger vliegen.

Mijn “wat als” strategie breng me soms ook verder en hoger:

: “Tijdens een XC-vlucht in Slovenië begon ik langzaam uit te zakken, in de verte zag ik binnen mijn glijbereik enkele piloten erg dicht langs een hoge en steile vertikale rotswand hoogte pakken. Ze draaiden dicht langs deze rotsen waar de wind recht op stond. Wat als ik daar toch uitzak? (geen landingsoptie). Wat als ik door een windvlaag tegen de rotswand gezet wordt? Ik besloot het dal in te vliegen op zoek naar een mooi grasveld, langs de hoofdweg of in de buurt van een treinstation.  Eenmaal een keuze gemaakt voor een het landingsveld vloog ik in stijgen wat begon met 0,4m/s en me uiteindelijk met +3,5 tot cloudbase bracht.

Ondertussen kon ik ver onder me de rotswand nog waarnemen met dezelfde gliders nog steeds vechtend voor elke meter hoogtewinst.”

Dit was mijn bewijs dat defensief vliegen je ook iets moois kan brengen. 

Geniet van elke vlucht en doe dat zo lang mogelijk. Maak je keuzes bewust want wat als…..

Jeroen

Geef een reactie